Información sobre la palabra vervormen (neerlandés → Esperanto: deformi)

Sinónimos: misvormen, verdraaien, verwringen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/vərˈvɔrmə(n)/
Separaciónver·vor·men

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) vervorm(ik) vervormde
(jij) vervormt(jij) vervormde
(hij) vervormt(hij) vervormde
(wij) vervormen(wij) vervormden
(jullie) vervormen(jullie) vervormden
(gij) vervormt(gij) vervormdet
(zij) vervormen(zij) vervormden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) vervorme(dat ik) vervormde
(dat jij) vervorme(dat jij) vervormde
(dat hij) vervorme(dat hij) vervormde
(dat wij) vervormen(dat wij) vervormden
(dat jullie) vervormen(dat jullie) vervormden
(dat gij) vervormet(dat gij) vervormdet
(dat zij) vervormen(dat zij) vervormden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
vervormvervormt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
vervormend, vervormende(hebben) vervormd

Muestras de uso

Dat wil zeggen dat het nauwelijks te vervormen is, maar dat het wel snel breekt.

Traducciones

alemándeformieren; aus der Form bringen; verunstalten
catalándeformar; malformar
españoldeformar; malformar
esperantodeformi
inglésdeform; distort
portuguésdeformar