Información sobre la palabra wijk (neerlandés → Esperanto: kvartalo)

Sinónimos: buurt, stadswijk

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/ʋɛi̯k/
Separaciónwijk
Génerohistóricamente femenino, actualmente también masculino
Pluralwijken

Diminutivo
SingularPlural
wijkjewijkjes

Muestras de uso

Ongeveer 2500 huishoudens in de wijk De Meern in Utrecht zitten sinds half een zondagmiddag zonder elektriciteit.
Een eind voorbij de open plek lagen de ruïnes van een van de armere wijken.
Het is niet verstandig om door de donkere wijken van Urmank te dwalen.
Al doorzoek je de Chinese wijk, dan vind je ze nog niet.
Een halve minuut later richtte Nell zich op en strekte de hand uit naar een punt boven de wijken der nieuwe stad.

Traducciones

afrikáanswyk
alemánViertel; Stadtteil
catalánbarri
checočtvrt; čtvrť; čtvrtka
danésbydel; kvarter
españolbarriada; barrio
esperantokvartalo
feroésbýarpartur; býlingur
francésquartier
frisón de SaterlandKwattier; Noaberskup; Stääddeel
frisón occidentalwyk
inglésdistrict; quarter; ward
italianocircondario; distretto
latínvicus
papiamentobario
polacodzielnica
portuguésbairro
suecokvarter