Información sobre la palabra omrijden (neerlandés → Esperanto: veturi malrekte)

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈɔmrɛi̯də(n)/, /ˈɔmrɛi̯jə(n)/
Separaciónom·rij·den

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) rijd om, rij om(ik) reed om
(jij) rijdt om(jij) reed om
(hij) rijdt om(hij) reed om
(wij) rijden om(wij) reden om
(jullie) rijden om(jullie) reden om
(gij) rijdt om(gij) reedt om
(zij) rijden om(zij) reden om
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) omrijde(dat ik) omrede
(dat jij) omrijde(dat jij) omrede
(dat hij) omrijde(dat hij) omrede
(dat wij) omrijden(dat wij) omreden
(dat jullie) omrijden(dat jullie) omreden
(dat gij) omrijdet(dat gij) omredet
(dat zij) omrijden(dat zij) omreden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
rijd om, rij omrijt om
Participios
Participio presenteParticipio pasado
omrijdend, omrijdende(zijn) omgereden

Muestras de uso

Volgens de ANWB rijdt 63 procent van de Nederlanders een stukje om voor goedkopere brandstof.

Traducciones

españoldar un rodeo
esperantoveturi malrekte