Información sobre la palabra ervaren (neerlandés → Esperanto: sperti)

Sinónimos: beleven, doormaken, meemaken, ondervinden

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ɛrˈvaːrə(n)/
Separacióner·va·ren

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) ervaar(ik) ervoer
(jij) ervaart(jij) ervoer
(hij) ervaart(hij) ervoer
(wij) ervaren(wij) ervoeren
(jullie) ervaren(jullie) ervoeren
(gij) ervaart(gij) ervoert
(zij) ervaren(zij) ervoeren
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) ervare(dat ik) ervoere
(dat jij) ervare(dat jij) ervoere
(dat hij) ervare(dat hij) ervoere
(dat wij) ervaren(dat wij) ervoeren
(dat jullie) ervaren(dat jullie) ervoeren
(dat gij) ervaret(dat gij) ervoeret
(dat zij) ervaren(dat zij) ervoeren
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
ervaarervaart
Participios
Participio presenteParticipio pasado
ervarend, ervarende(hebben) ervaren

Muestras de uso

Nu wilden de kinderen dit ook ervaren en mensen ontmoeten die hem hebben gekend.

Traducciones

afrikáansbeleef; ervaar
alemánerleben
españolexperimentar; pasar la experiencia
esperantosperti
feroéskenna; royna
francésapprendre par l’expérience; subir
frisón de Saterlandbelieuwje; unnerfiende
húngarotapasztal
inglésexperience
papiamentoexperimentá
polacodoświadczyć
suecouppleva