Información sobre la palabra beschijnen (neerlandés → Esperanto: prilumi)

Sinónimos: belichten, overschijnen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/bəˈsxɛi̯nə(n)/
Separaciónbe·schij·nen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) beschijn(ik) bescheen
(jij) beschijnt(jij) bescheen
(hij) beschijnt(hij) bescheen
(wij) beschijnen(wij) beschenen
(jullie) beschijnen(jullie) beschenen
(gij) beschijnt(gij) bescheent
(zij) beschijnen(zij) beschenen
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) beschijne(dat ik) beschene
(dat jij) beschijne(dat jij) beschene
(dat hij) beschijne(dat hij) beschene
(dat wij) beschijnen(dat wij) beschenen
(dat jullie) beschijnen(dat jullie) beschenen
(dat gij) beschijnet(dat gij) beschenet
(dat zij) beschijnen(dat zij) beschenen
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
beschijnbeschijnt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
beschijnend, beschijnende(hebben) beschenen

Muestras de uso

Nog bescheen de zon het panorama.

Traducciones

españolalumbrar
esperantoprilumi; lumi
ingléslight up; shine upon