Información sobre la palabra wegen (neerlandés → Esperanto: pezi)

Sinónimo: zwaar zijn

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈʋɛɣə(n)/
Separaciónwe·gen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) weeg(ik) woog
(jij) weegt(jij) woog
(hij) weegt(hij) woog
(wij) wegen(wij) wogen
(jullie) wegen(jullie) wogen
(gij) weegt(gij) woogt
(zij) wegen(zij) wogen
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) wege(dat ik) woge
(dat jij) wege(dat jij) woge
(dat hij) wege(dat hij) woge
(dat wij) wegen(dat wij) wogen
(dat jullie) wegen(dat jullie) wogen
(dat gij) weget(dat gij) woget
(dat zij) wegen(dat zij) wogen
Participios
Participio presenteParticipio pasado
wegend, wegende(hebben) gewogen

Muestras de uso

Onder dezelfde omstandigheden weegt één liter waterstof 0,08 g.
Een grote boomstam, die er van verre ongevaarlijk uitzag, maar die duizenden kilo’s woog, trof een van de boten als een torpedo.

Traducciones

afrikáansweeg
alemánschwer sein; wiegen
catalánpesar
checovážit
danésveje
españolpesar
esperantopezi
feroésviga
finéspainaa
francéspeser
frisón de Saterlandsweer weese; weege
inglésweigh
italianopesare
polacomieć ciężar; ważyć
portuguéspesar
rusoвесить
sranan tongowegi