Información sobre la palabra durven (neerlandés → Esperanto: kuraĝi)

Sinónimos: het bestaan, het wagen, wagen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈdɵrvə(n)/
Separacióndur·ven

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) durf(ik) durfde, dorst
(jij) durft(jij) durfde, dorst
(hij) durft(hij) durfde, dorst
(wij) durven(wij) durfden, dorsten
(jullie) durven(jullie) durfden, dorsten
(gij) durft(gij) durfdet, dorst
(zij) durven(zij) durfden, dorsten
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) durve(dat ik) durfde, dorste
(dat jij) durve(dat jij) durfde, dorste
(dat hij) durve(dat hij) durfde, dorste
(dat wij) durven(dat wij) durfden, dorsten
(dat jullie) durven(dat jullie) durfden, dorsten
(dat gij) durvet(dat gij) durfdet, dorstet
(dat zij) durven(dat zij) durfden, dorsten
Participios
Participio presenteParticipio pasado
durvend, durvende(hebben) gedurfd

Muestras de uso

Doch afpakken durfde hij het niet.
David en ik zeiden geen woord tegen elkaar en we dorsten nauwelijks adem te halen.
Vandaar dat ik al niet durfde hopen dat Leslie zich mij zou herinneren.
Ik sta trouwens versteld dat je je nog in mijn aanwezigheid durft te vertonen.
Toch durfden zij ons niet zonder meer te lijf te gaan.
Hij daalde de heuvel af in de richting van het vuur, maar dorst niet al te dichtbij te komen, want bij het vuur stond een kolossale oude vrouw.
Durf jij ons te vertellen hoe we zulke dingen moeten aanpakken, en laten doorschemeren dat we lafaards zijn?
De bijgelovige inboorlingen durven niet onaardig over hem praten, want zij menen dat zij dan door zijn boosheid getroffen zullen worden.
Ik durf wedden dat het je goed gaat!

Traducciones

alemánden Mut haben zu; wagen; sich getrauen
danésturde; vove
españolatreverse
esperantokuraĝi
francésoser
frisón occidentaldoare; doarre
inglésdare
islandésþora
italianoosare
latínaudere
noruegotore
papiamentodùrf; tribi
polacoośmielić się
portuguésousar; ter coragem de
sranan tongoprefuru
suecotöras; våga