Información sobre la palabra raden (neerlandés → Esperanto: diveni)

Sinónimo: gissen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈradə(n)/
Separaciónra·den

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) raad(ik) ried, raadde
(jij) raadt(jij) ried, raadde
(hij) raadt(hij) ried, raadde
(wij) raden(wij) rieden, raadden
(jullie) raden(jullie) rieden, raadden
(gij) raadt(gij) riedt, raaddet
(zij) raden(zij) rieden, raadden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) rade(dat ik) riede, raadde
(dat jij) rade(dat jij) riede, raadde
(dat hij) rade(dat hij) riede, raadde
(dat wij) raden(dat wij) rieden, raadden
(dat jullie) raden(dat jullie) rieden, raadden
(dat gij) radet(dat gij) riedet, raaddet
(dat zij) raden(dat zij) rieden, raadden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
raadraadt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
radend, radende(hebben) geraden

Muestras de uso

Ik raad dat Naldinus het ook raadt, als enige van uw vieren, en misschien ried hij het die nacht al.
Hoe hebt u dat geraden?
Kun je raden welke?
Hebt ge die nog niet geraden?
Ik raadde toen wat er gebeurd was, en vloog terug naar mijn privévliegveld.
Hij zal raden dat wij denken wat jij nu zegt.
Misschien heb je het geraden.

Traducciones

alemánraten; erraten; herausbekommen; ahnen; erahnen; vorhersagen; voraussagen; weissagen
catalánendevinar
checohádat
danésgætte
españoladivinar
esperantodiveni
feroésgita
finésaavistaa
francésdeviner
frisón de Saterlandgisje; räide
inglésguess; divine
papiamentorei
portuguésacertar; adivinhar; decifrar
rumanoghici
suecogissa
tailandésหมาย