Información sobre la palabra schijn (neerlandés → Esperanto: ŝajno)

Sinónimo: aanzien

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/sxɛi̯n/
Separaciónschijn

Muestras de uso

Maar je zult moeten toegeven dat de schijn tegen je is.
Ik weet niet wie Cornelli heeft doodgeschoten, maar ik durf te wedden dat het niet José was, hoe de schijn ook tegen hem mag zijn.
Het had er alle schijn van.
Op de schijn komt het aan en dat wagentje ziet er lachwekkend uit!
Wees er dus altijd en overal bedacht op dat schijn bedriegen kan.

Traducciones

albanésdukje
alemánAnschein; Ansehen; Augenschein; Aussehen; Schein
españolapariencia
esperantoŝajno
francésair; apparence
frisón de SaterlandAnblik; Oogenschien; Oogenskien; Ounsjoon; Skien; Uutsjoon
húngarolátszat
inglésappearance; semblance
italianoapparenza; aria
papiamentoaparensia
portuguésaparência; exterioridade
suecoanseende