Informatie over het woord boomstronk (Nederlands → Esperanto: trunkstumpo)

Synoniem: boomtronk

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbomstrɔŋk/
Afbrekingboom·stronk
Geslachtmanlijk
Meervoudboomstronken

Voorbeelden van gebruik

De boomstronk van die middag was verdwenen en in plaats daarvan rees er nu een houten gebouwtje uit de blubber omhoog.

Vertalingen

Engelstree stump
Esperantotrunkstumpo