Informatie over het woord symboliseren (Nederlands → Esperanto: simboli)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/sɪmboliˈzerə(n)/
Afbrekingsym·bo·li·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) symboliseer(ik) symboliseerde
(jij) symboliseert(jij) symboliseerde
(hij) symboliseert(hij) symboliseerde
(wij) symboliseren(wij) symboliseerden
(jullie) symboliseren(jullie) symboliseerden
(gij) symboliseert(gij) symboliseerdet
(zij) symboliseren(zij) symboliseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) symbolisere(dat ik) symboliseerde
(dat jij) symbolisere(dat jij) symboliseerde
(dat hij) symbolisere(dat hij) symboliseerde
(dat wij) symboliseren(dat wij) symboliseerden
(dat jullie) symboliseren(dat jullie) symboliseerden
(dat gij) symboliseret(dat gij) symboliseerdet
(dat zij) symboliseren(dat zij) symboliseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
symboliseersymboliseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
symboliserend, symboliserende(hebben) gesymboliseerd

Voorbeelden van gebruik

De hoofdtooi symboliseert gezag en autonomie.
Edelrod maakte eerbiedige cirkelbewegingen met zijn handen, in tegengestelde richtingen, om het stoppen van Godogma’s wiel te symboliseren.

Vertalingen

Engelssymbolize
Esperantosimboli; simboligi
Nederduitssymboliseren
Portugeessimbolizar