Informatie over het woord ontsluieren (Nederlands → Esperanto: senvualigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔntˈslœy̯ərə(n)/
Afbrekingont·slui·e·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ontsluier(ik) ontsluierde
(jij) ontsluiert(jij) ontsluierde
(hij) ontsluiert(hij) ontsluierde
(wij) ontsluieren(wij) ontsluierden
(jullie) ontsluieren(jullie) ontsluierden
(gij) ontsluiert(gij) ontsluierdet
(zij) ontsluieren(zij) ontsluierden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ontsluiere(dat ik) ontsluierde
(dat jij) ontsluiere(dat jij) ontsluierde
(dat hij) ontsluiere(dat hij) ontsluierde
(dat wij) ontsluieren(dat wij) ontsluierden
(dat jullie) ontsluieren(dat jullie) ontsluierden
(dat gij) ontsluieret(dat gij) ontsluierdet
(dat zij) ontsluieren(dat zij) ontsluierden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ontsluierontsluiert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ontsluierend, ontsluierende(hebben) ontsluierd

Vertalingen

Duitsentschleiern
Engelsunveil
Esperantosenvualigi
Portugeestirar o véu