Informatie over het woord afkicken (Nederlands → Esperanto: sendrogiĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfkɪkə(n)/
Afbrekingaf·kic·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kick af(ik) kickte af
(jij) kickt af(jij) kickte af
(hij) kickt af(hij) kickte af
(wij) kicken af(wij) kickten af
(jullie) kicken af(jullie) kickten af
(gij) kickt af(gij) kicktet af
(zij) kicken af(zij) kickten af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) afkicke(dat ik) afkickte
(dat jij) afkicke(dat jij) afkickte
(dat hij) afkicke(dat hij) afkickte
(dat wij) afkicken(dat wij) afkickten
(dat jullie) afkicken(dat jullie) afkickten
(dat gij) afkicket(dat gij) afkicktet
(dat zij) afkicken(dat zij) afkickten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kick afkickt af
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afkickend, afkickende(zijn) afgekickt

Vertalingen

Engelskick it
Esperantosendrogiĝi