Informatie over het woord pionieren (Nederlands → Esperanto: pioniri)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/pijoˈniːrə(n)/
Afbrekingpi·o·nie·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) pionier(ik) pionierde
(jij) pioniert(jij) pionierde
(hij) pioniert(hij) pionierde
(wij) pionieren(wij) pionierden
(jullie) pionieren(jullie) pionierden
(gij) pioniert(gij) pionierdet
(zij) pionieren(zij) pionierden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) pioniere(dat ik) pionierde
(dat jij) pioniere(dat jij) pionierde
(dat hij) pioniere(dat hij) pionierde
(dat wij) pionieren(dat wij) pionierden
(dat jullie) pionieren(dat jullie) pionierden
(dat gij) pionieret(dat gij) pionierdet
(dat zij) pionieren(dat zij) pionierden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
pionierpioniert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
pionierend, pionierende(hebben) gepionierd

Vertalingen

Engelspioneer
Esperantopioniri