Informatie over het woord perforeren (Nederlands → Esperanto: perfori)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/pɛrfoˈrerə(n)/
Afbrekingper·fo·re·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) perforeer(ik) perforeerde
(jij) perforeert(jij) perforeerde
(hij) perforeert(hij) perforeerde
(wij) perforeren(wij) perforeerden
(jullie) perforeren(jullie) perforeerden
(gij) perforeert(gij) perforeerdet
(zij) perforeren(zij) perforeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) perforere(dat ik) perforeerde
(dat jij) perforere(dat jij) perforeerde
(dat hij) perforere(dat hij) perforeerde
(dat wij) perforeren(dat wij) perforeerden
(dat jullie) perforeren(dat jullie) perforeerden
(dat gij) perforeret(dat gij) perforeerdet
(dat zij) perforeren(dat zij) perforeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
perforeerperforeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
perforerend, perforerende(hebben) geperforeerd

Vertalingen

Engelsperforate
Esperantoperfori