Informatie over het woord pasteuriseren (Nederlands → Esperanto: pasteŭrizi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/pɑstøriˈzerə(n)/
Afbrekingpas·teu·ri·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) pasteuriseer(ik) pasteuriseerde
(jij) pasteuriseert(jij) pasteuriseerde
(hij) pasteuriseert(hij) pasteuriseerde
(wij) pasteuriseren(wij) pasteuriseerden
(jullie) pasteuriseren(jullie) pasteuriseerden
(gij) pasteuriseert(gij) pasteuriseerdet
(zij) pasteuriseren(zij) pasteuriseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) pasteurisere(dat ik) pasteuriseerde
(dat jij) pasteurisere(dat jij) pasteuriseerde
(dat hij) pasteurisere(dat hij) pasteuriseerde
(dat wij) pasteuriseren(dat wij) pasteuriseerden
(dat jullie) pasteuriseren(dat jullie) pasteuriseerden
(dat gij) pasteuriseret(dat gij) pasteuriseerdet
(dat zij) pasteuriseren(dat zij) pasteuriseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
pasteuriseerpasteuriseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
pasteuriserend, pasteuriserende(hebben) gepasteuriseerd

Vertalingen

Engelspasteurize
Esperantopasteŭrizi
Spaanspasteurizar