Synoniem: doorkrúísen
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /bəˈmujləkə(n)/ |
Afbreking | be·moei·lij·ken |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) bemoeilijk | (ik) bemoeilijkte |
(jij) bemoeilijkt | (jij) bemoeilijkte |
(hij) bemoeilijkt | (hij) bemoeilijkte |
(wij) bemoeilijken | (wij) bemoeilijkten |
(jullie) bemoeilijken | (jullie) bemoeilijkten |
(gij) bemoeilijkt | (gij) bemoeilijktet |
(zij) bemoeilijken | (zij) bemoeilijkten |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) bemoeilijke | (dat ik) bemoeilijkte |
(dat jij) bemoeilijke | (dat jij) bemoeilijkte |
(dat hij) bemoeilijke | (dat hij) bemoeilijkte |
(dat wij) bemoeilijken | (dat wij) bemoeilijkten |
(dat jullie) bemoeilijken | (dat jullie) bemoeilijkten |
(dat gij) bemoeilijket | (dat gij) bemoeilijktet |
(dat zij) bemoeilijken | (dat zij) bemoeilijkten |
Gebiedende wijs | |
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
bemoeilijk | bemoeilijkt |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
bemoeilijkend, bemoeilijkende | (hebben) bemoeilijkt |
Duits | erschweren |
---|---|
Engels | hamper; hinder; thwart; impede |
Esperanto | malfaciligi |
Italiaans | rendere difficile |
Portugees | dificultar |
Saterfries | behinderje; stuur moakje |
Spaans | dificultar |