Synoniemen: lanceren, uitschrijven, van stapel laten lopen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ɔntˈketənə(n)/ |
---|
Afbreking | ont·ke·te·nen |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) ontketen | (ik) ontketende |
(jij) ontketent | (jij) ontketende |
(hij) ontketent | (hij) ontketende |
(wij) ontketenen | (wij) ontketenden |
(jullie) ontketenen | (jullie) ontketenden |
(gij) ontketent | (gij) ontketendet |
(zij) ontketenen | (zij) ontketenden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) ontketene | (dat ik) ontketende |
(dat jij) ontketene | (dat jij) ontketende |
(dat hij) ontketene | (dat hij) ontketende |
(dat wij) ontketenen | (dat wij) ontketenden |
(dat jullie) ontketenen | (dat jullie) ontketenden |
(dat gij) ontketenet | (dat gij) ontketendet |
(dat zij) ontketenen | (dat zij) ontketenden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
ontketen | ontketent |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
ontketenend, ontketenende | (hebben) ontketend |