Informatie over het woord condenseren (Nederlands → Esperanto: kondensiĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/kɔndɛnˈzerə(n)/, /kɔndɛnˈserə(n)/
Afbrekingcon·den·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) condenseert(hij) condenseerde
(zij) condenseren(zij) condenseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) condensere(dat hij) condenseerde
(dat zij) condenseren(dat zij) condenseerden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
condenserend, condenserende(hebben) gecondenseerd

Vertalingen

Duitssich kondensieren
Engelscondense
Esperantokondensiĝi