Informatie over het woord complimenteren (Nederlands → Esperanto: komplimenti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/kɔmplimɛnˈterə(n)/
Afbrekingcom·pli·men·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) complimenteer(ik) complimenteerde
(jij) complimenteert(jij) complimenteerde
(hij) complimenteert(hij) complimenteerde
(wij) complimenteren(wij) complimenteerden
(jullie) complimenteren(jullie) complimenteerden
(gij) complimenteert(gij) complimenteerdet
(zij) complimenteren(zij) complimenteerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) complimentere(dat ik) complimenteerde
(dat jij) complimentere(dat jij) complimenteerde
(dat hij) complimentere(dat hij) complimenteerde
(dat wij) complimenteren(dat wij) complimenteerden
(dat jullie) complimenteren(dat jullie) complimenteerden
(dat gij) complimenteret(dat gij) complimenteerdet
(dat zij) complimenteren(dat zij) complimenteerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
complimenteercomplimenteert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
complimenterend, complimenterende(hebben) gecomplimenteerd

Voorbeelden van gebruik

De minister complimenteerde de heer Aristides in enige welgekozen bewoordingen.
Sta mij toe u ermee te complimenteren!

Vertalingen

DuitsHöflichkeiten erweisen; Komplimente machen; komplimentieren
Engelscompliment
Esperantokomplimenti
Portugeescumprimentar
SaterfriesKomplimente moakje; komplimentierje
Spaansdar expresiones; dar recuerdos