Informatie over het woord compliceren (Nederlands → Esperanto: kompliki)

Synoniem: ingewikkeld maken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/kɔmpliˈserə(n)/
Afbrekingcom·pli·ce·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) compliceer(ik) compliceerde
(jij) compliceert(jij) compliceerde
(hij) compliceert(hij) compliceerde
(wij) compliceren(wij) compliceerden
(jullie) compliceren(jullie) compliceerden
(gij) compliceert(gij) compliceerdet
(zij) compliceren(zij) compliceerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) complicere(dat ik) compliceerde
(dat jij) complicere(dat jij) compliceerde
(dat hij) complicere(dat hij) compliceerde
(dat wij) compliceren(dat wij) compliceerden
(dat jullie) compliceren(dat jullie) compliceerden
(dat gij) compliceret(dat gij) compliceerdet
(dat zij) compliceren(dat zij) compliceerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
compliceercompliceert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
complicerend, complicerende(hebben) gecompliceerd

Vertalingen

Catalaanscomplicar; embolicar
Duitskomplizieren; verwickelt machen; verwickeln; erschweren; verschlimmern
Engelscomplicate
Esperantokompliki
Finsmutkistaa
Franscompliquer
Portugeescomplicar
Saterfriesferwikkeld moakje; komplizierje
Spaanscomplicar