Informatie over het woord kantine (Nederlands → Esperanto: kantino)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/kɑnˈtinə/
Afbrekingkan·ti·ne
Geslachtvrouwelijk
Meervoudkantines

Voorbeelden van gebruik

Hij kwam daar vlak voor de lunch aan en ging regelrecht naar de kantine.
Hij had een goed alibi omdat hij in de kantine zat te eten.
Als Maria Freudenstein af en toe in de kantine nog wat roddeltjes oppikte, dan moest dat risico maar gelopen worden.

Vertalingen

Deenskantine
DuitsKantine; Schenke; Betriebsgaststätte; Werksgaststätte
Engelscanteen
Esperantokantino
Franscantine
Spaanscantina