Synoniemen: doen samenkleven, samenplakken, verbinden
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ɑɣlytiˈneːrə(n)/ |
---|
Afbreking | ag·glu·ti·ne·ren |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) agglutineer | (ik) agglutineerde |
(jij) agglutineert | (jij) agglutineerde |
(hij) agglutineert | (hij) agglutineerde |
(wij) agglutineren | (wij) agglutineerden |
(jullie) agglutineren | (jullie) agglutineerden |
(gij) agglutineert | (gij) agglutineerdet |
(zij) agglutineren | (zij) agglutineerden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) agglutinere | (dat ik) agglutineerde |
(dat jij) agglutinere | (dat jij) agglutineerde |
(dat hij) agglutinere | (dat hij) agglutineerde |
(dat wij) agglutineren | (dat wij) agglutineerden |
(dat jullie) agglutineren | (dat jullie) agglutineerden |
(dat gij) agglutineret | (dat gij) agglutineerdet |
(dat zij) agglutineren | (dat zij) agglutineerden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
agglutineer | agglutineert |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
agglutinerend, agglutinerende | (hebben) geagglutineerd |