Informatie over het woord faradiseren (Nederlands → Esperanto: faradizi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/faradiˈzerə(n)/
Afbrekingfa·ra·di·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) faradiseer(ik) faradiseerde
(jij) faradiseert(jij) faradiseerde
(hij) faradiseert(hij) faradiseerde
(wij) faradiseren(wij) faradiseerden
(jullie) faradiseren(jullie) faradiseerden
(gij) faradiseert(gij) faradiseerdet
(zij) faradiseren(zij) faradiseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) faradisere(dat ik) faradiseerde
(dat jij) faradisere(dat jij) faradiseerde
(dat hij) faradisere(dat hij) faradiseerde
(dat wij) faradiseren(dat wij) faradiseerden
(dat jullie) faradiseren(dat jullie) faradiseerden
(dat gij) faradiseret(dat gij) faradiseerdet
(dat zij) faradiseren(dat zij) faradiseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
faradiseerfaradiseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
faradiserend, faradiserende(hebben) gefaradiseerd

Vertalingen

Duitsfaradisieren
Engelsfaradize
Esperantofaradizi
Portugeesfaradizar
Spaansfaradizar