Synoniemen: eroderen, uitslijpen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(hij) schuurt uit | (hij) schuurde uit |
(zij) schuren uit | (zij) schuurden uit |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat hij) uitschure | (dat hij) uitschuurde |
(dat zij) uitschuren | (dat zij) uitschuurden |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
uitschurend, uitschurende | (hebben) uitgeschuurd |
Duits | erodieren |
---|---|
Engels | erode |
Esperanto | erozii |
Portugees | carcomer; corroer; erodir |