Informatie over het woord griffioen (Nederlands → Esperanto: grifo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣrɪfiˈjun/
Afbrekinggrif·fi·oen
Geslachtmanlijk
Meervoudgriffioenen

Vertalingen

DuitsGreif
Engelsgriffon; griffin
Esperantogrifo