Informatie over het woord herenboon (Nederlands → Esperanto: fazeoluso)

Synoniemen: boon, slaboon, suikerboon

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɦerə(m)bon/
Afbrekinghe·ren·boon
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudherenbonen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
herenboontjeherenboontjes

Vertalingen

Catalaansfesol; mongeta
Deensbønne
DuitsBohne
Engelsharicot; bean; kidney‐bean
Esperantofazeoluso; fazeolo
Finspapu
Fransharicot
Italiaansfagiolo; fagiuolo
Latijnphaselus
Papiamentsbonchi
Poolsfasola
Portugeesfeijão
Russischфасоль
SaterfriesBoone
Spaansjudía
Thaisถั่ว; ถั่วแขกฝัก
Tsjechischfazol
Welsffeuen
Zweedsböna