Informatie over het woord e‐mailen (Nederlands → Esperanto: retpoŝti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈimelə(n)/
Afbrekinge‐mai·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) e‐mail(ik) e‐mailde
(jij) e‐mailt(jij) e‐mailde
(hij) e‐mailt(hij) e‐mailde
(wij) e‐mailen(wij) e‐mailden
(jullie) e‐mailen(jullie) e‐mailden
(gij) e‐mailt(gij) e‐maildet
(zij) e‐mailen(zij) e‐mailden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) e‐maile(dat ik) e‐mailde
(dat jij) e‐maile(dat jij) e‐mailde
(dat hij) e‐maile(dat hij) e‐mailde
(dat wij) e‐mailen(dat wij) e‐mailden
(dat jullie) e‐mailen(dat jullie) e‐mailden
(dat gij) e‐mailet(dat gij) e‐maildet
(dat zij) e‐mailen(dat zij) e‐mailden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
e‐maile‐mailt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
e‐mailend, e‐mailende(hebben) gëe‐maild

Vertalingen

Engelsemail
Esperantoretpoŝti