Informatie over het woord internationaliseren (Nederlands → Esperanto: internaciigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɪntərnasjonaliˈzerə(n)/
Afbrekingin·ter·na·ti·o·na·li·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) internationaliseer(ik) internationaliseerde
(jij) internationaliseert(jij) internationaliseerde
(hij) internationaliseert(hij) internationaliseerde
(wij) internationaliseren(wij) internationaliseerden
(jullie) internationaliseren(jullie) internationaliseerden
(gij) internationaliseert(gij) internationaliseerdet
(zij) internationaliseren(zij) internationaliseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) internationalisere(dat ik) internationaliseerde
(dat jij) internationalisere(dat jij) internationaliseerde
(dat hij) internationalisere(dat hij) internationaliseerde
(dat wij) internationaliseren(dat wij) internationaliseerden
(dat jullie) internationaliseren(dat jullie) internationaliseerden
(dat gij) internationaliseret(dat gij) internationaliseerdet
(dat zij) internationaliseren(dat zij) internationaliseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
internationaliseerinternationaliseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
internationaliserend, internationaliserende(hebben) geïnternationaliseerd

Vertalingen

Engelsinternationalize
Esperantointernaciigi