Informatie over het woord luier (Nederlands → Esperanto: vindotuko)

Synoniem: luur

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈlœy̯̯ər/
Afbrekinglui·er
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudluiers

Voorbeelden van gebruik

Ik was al priester toen jij nog in de luiers liep.

Vertalingen

Engelsnappy; diaper; napkin
Esperantovindotuko; bebotuko; bebovindo; vindaĵo
Noorsbleie
Portugeescueiro
Spaanspañal