Informatie over het woord meevoelen (Nederlands → Esperanto: partpreni ies sentojn)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmevulə(n)/
Afbrekingmee·voe·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) voel mee(ik) voelde mee
(jij) voelt mee(jij) voelde mee
(hij) voelt mee(hij) voelde mee
(wij) voelen mee(wij) voelden mee
(jullie) voelen mee(jullie) voelden mee
(gij) voelt mee(gij) voeldet mee
(zij) voelen mee(zij) voelden mee
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) meevoele(dat ik) meevoelde
(dat jij) meevoele(dat jij) meevoelde
(dat hij) meevoele(dat hij) meevoelde
(dat wij) meevoelen(dat wij) meevoelden
(dat jullie) meevoelen(dat jullie) meevoelden
(dat gij) meevoelet(dat gij) meevoeldet
(dat zij) meevoelen(dat zij) meevoelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
voel meevoelt mee
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
meevoelend, meevoelende(hebben) meegevoeld

Vertalingen

Engelssympathize
Esperantopartpreni ies sentojn