Informatie over het woord haspel (Nederlands → Esperanto: bobenfarilo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɦɑspəl/
Afbrekinghas·pel
Geslachtmanlijk
Meervoudhaspels, haspelen

Voorbeelden van gebruik

Een haspel windt vervolgens de hele plaat op tot een rol van 20 ton.

Vertalingen

DuitsHaspel; Spule
Engelsreel
Esperantobobenfarilo; haspelo