Synoniemen: aannemelijk, acceptabel, geldig, schikkelijk, redelijk
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /anˈvaːrdbar/ |
---|
Afbreking | aan·vaard·baar |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | aanvaardbaar |
---|
Vergrotende trap | aanvaardbaarder |
---|
Overtreffende trap | aanvaardbaarst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | aanvaardbaar | aanvaardbaarder | (het) aanvaardbaarst, (het) aanvaardbaarste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | aanvaardbare | aanvaardbaardere | aanvaardbaarste |
---|
Onzijdig enkelvoud | aanvaardbaar | aanvaardbaarder | aanvaardbaarst |
---|
Meervoud | aanvaardbare | aanvaardbaardere | aanvaardbaarste |
---|
Bepaald | aanvaardbare | aanvaardbaardere | aanvaardbaarste |
---|
Partitief | aanvaardbaars | aanvaardbaarders | |
---|
De EU gaat nu beoordelen of het voorstel aanvaardbaar is.
Misschien dat u die later toch nog wel aanvaardbaar vindt.
Dat lijkt me een aanvaardbaar voorstel.