Synoniemen: flatteren, opwerken, vermooien
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /vərˈfraːjə(n)/ |
---|
Afbreking | ver·fraai·en |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) verfraai | (ik) verfraaide |
(jij) verfraait | (jij) verfraaide |
(hij) verfraait | (hij) verfraaide |
(wij) verfraaien | (wij) verfraaiden |
(jullie) verfraaien | (jullie) verfraaiden |
(gij) verfraait | (gij) verfraaidet |
(zij) verfraaien | (zij) verfraaiden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) verfraaie | (dat ik) verfraaide |
(dat jij) verfraaie | (dat jij) verfraaide |
(dat hij) verfraaie | (dat hij) verfraaide |
(dat wij) verfraaien | (dat wij) verfraaiden |
(dat jullie) verfraaien | (dat jullie) verfraaiden |
(dat gij) verfraaiet | (dat gij) verfraaidet |
(dat zij) verfraaien | (dat zij) verfraaiden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
verfraai | verfraait |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
verfraaiend, verfraaiende | (hebben) verfraaid |