Informatie over het woord boomtronk (Nederlands → Esperanto: trunkstumpo)

Synoniem: boomstronk

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbomtrɔŋk/
Afbrekingboom·tronk
Geslachtmanlijk
Meervoudboomtronken

Voorbeelden van gebruik

En wie weet wat of wie er spiedend aan de overkant van de open plek school, of een zitplaats gevonden had op gindse boomtronk?

Vertalingen

Engelstree stump
Esperantotrunkstumpo