Ynformaasje oer it wurd stapel (Nederlânsk → Esperanto: stako)

Synonym: hoop

Wurdsoartehaadwurd
Utspraak/ˈstapəl/
Ofbrekingsta·pel

Foarbylden fan gebrûk

Hij ging terug naar de stapel kleren.
Hoe hou je een stapel pannekoeken warm?
De stapel viel rinkelend in elkaar en de bezitter barstte in een kakelend gelach uit, dat akelig was om aan te horen.
De conducteur kwam terug met een stapeltje paspoorten en plaatsbewijzen.
Het was het laatste overblijfsel van een stapel kranten die bij de stoel hadden gelegen, en het was duidelijk dat hij ze allemaal had opgegeten.

Oarsettingen

Esperantostako
Fereuerskrúgva; stakkur
Frânsktas
Fryskskelf
Ingelskheap; pile; stack
Spaanskalmiar
Sweedskstack