Information about the word markies (Dutch → Esperanto: markizo)

Part of speechcommon noun
Pronunciation/mɑrˈkis/
Hyphenationmar·kies
Gendermasculine
Pluralmarkiezen

Usage samples

Wat zal de markies opkijken.
Als bereisd heer lach ik om het gepraat van de markies.
Een van de gasten van meneer de markies, een butenlandse heer, is doodgeschoten aangetroffen.

Translations

Czechmarkýz
Danishmarkise
Englishmarquess
Esperantomarkizo
Frenchmarquis
GermanMarquis
Papiamentomarkes
Spanishmarqués
Welshardalydd
West Frisianmarkys