Information about the word adsorberen (Dutch → Esperanto: adsorbi)

Part of speechverb
Pronunciation/ɑtsɔrˈberə(n)/
Hyphenationad·sor·be·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) adsorbeert(hij) adsorbeerde
(zij) adsorberen(zij) adsorbeerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) adsorbere(dat hij) adsorbeerde
(dat zij) adsorberen(dat zij) adsorbeerden
Participles
Present participlePast participle
adsorberend, adsorberende(hebben) geadsorbeerd

Translations

Englishadsorb
Esperantoadsorbi
Germanadsorbieren
Portugueseadsorver