Information about the word doorlekken (Dutch → Esperanto: trapasi gute)

Part of speechverb
Pronunciation/ˈdorlɛkə(n)/
Hyphenationdoor·lek·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) lekt door(hij) lekte door
(zij) lekken door(zij) lekten door
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) doorlekke(dat hij) doorlekte
(dat zij) doorlekken(dat zij) doorlekten
Participles
Present participlePast participle
doorlekkend, doorlekkende(hebben) doorgelekt

Translations

Englishleak through
Esperantotrapasi gute