Information about the word kwinkeleren (Dutch → Esperanto: pepadi)

Synonym: kwetteren

Part of speechverb
Pronunciation/kʋɪŋkəˈlerə(n)/
Hyphenationkwin·ke·le·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) kwinkeleer(ik) kwinkeleerde
(jij) kwinkeleert(jij) kwinkeleerde
(hij) kwinkeleert(hij) kwinkeleerde
(wij) kwinkeleren(wij) kwinkeleerden
(jullie) kwinkeleren(jullie) kwinkeleerden
(gij) kwinkeleert(gij) kwinkeleerdet
(zij) kwinkeleren(zij) kwinkeleerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) kwinkelere(dat ik) kwinkeleerde
(dat jij) kwinkelere(dat jij) kwinkeleerde
(dat hij) kwinkelere(dat hij) kwinkeleerde
(dat wij) kwinkeleren(dat wij) kwinkeleerden
(dat jullie) kwinkeleren(dat jullie) kwinkeleerden
(dat gij) kwinkeleret(dat gij) kwinkeleerdet
(dat zij) kwinkeleren(dat zij) kwinkeleerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
kwinkeleerkwinkeleert
Participles
Present participlePast participle
kwinkelerend, kwinkelerende(hebben) gekwinkeleerd

Translations

Englishchitter
Esperantopepadi
Scottish Gaelicceileir