Information about the word bevochtigen (Dutch → Esperanto: malseketigi)

Synonym: vochtig maken

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈvɔxtəɣə(n)/
Hyphenationbe·voch·ti·gen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) bevochtig(ik) bevochtigde
(jij) bevochtigt(jij) bevochtigde
(hij) bevochtigt(hij) bevochtigde
(wij) bevochtigen(wij) bevochtigden
(jullie) bevochtigen(jullie) bevochtigden
(gij) bevochtigt(gij) bevochtigdet
(zij) bevochtigen(zij) bevochtigden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) bevochtige(dat ik) bevochtigde
(dat jij) bevochtige(dat jij) bevochtigde
(dat hij) bevochtige(dat hij) bevochtigde
(dat wij) bevochtigen(dat wij) bevochtigden
(dat jullie) bevochtigen(dat jullie) bevochtigden
(dat gij) bevochtiget(dat gij) bevochtigdet
(dat zij) bevochtigen(dat zij) bevochtigden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
bevochtigbevochtigt
Participles
Present participlePast participle
bevochtigend, bevochtigende(hebben) bevochtigd

Usage samples

Met steeds kortere tussenpozen bevochtigden ze hun lippen met de snel verminderende watervoorraad.

Translations

Englishdampen
Esperantomalseketigi; humidigi
Frenchabreuver
Germanfeucht machen; befeuchtigen
Malaymembasahi