Information about the word enthousiasmeren (Dutch → Esperanto: entuziasmigi)

Synonym: bezielen

Part of speechverb
Pronunciation/ɑntuzjɑsˈmerə(n)/, /ɛntuzjɑsˈmerə(n)/
Hyphenationen·thou·si·as·me·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) enthousiasmeer(ik) enthousiasmeerde
(jij) enthousiasmeert(jij) enthousiasmeerde
(hij) enthousiasmeert(hij) enthousiasmeerde
(wij) enthousiasmeren(wij) enthousiasmeerden
(jullie) enthousiasmeren(jullie) enthousiasmeerden
(gij) enthousiasmeert(gij) enthousiasmeerdet
(zij) enthousiasmeren(zij) enthousiasmeerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) enthousiasmere(dat ik) enthousiasmeerde
(dat jij) enthousiasmere(dat jij) enthousiasmeerde
(dat hij) enthousiasmere(dat hij) enthousiasmeerde
(dat wij) enthousiasmeren(dat wij) enthousiasmeerden
(dat jullie) enthousiasmeren(dat jullie) enthousiasmeerden
(dat gij) enthousiasmeret(dat gij) enthousiasmeerdet
(dat zij) enthousiasmeren(dat zij) enthousiasmeerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
enthousiasmeerenthousiasmeert
Participles
Present participlePast participle
enthousiasmerend, enthousiasmerende(hebben) geënthousiasmeerd

Translations

Englishenthuse
Esperantoentuziasmigi
Germanbegeistern
Portugueseentusiasmar
Spanishentusiasmar