Information about the word bevrijden (Dutch → Esperanto: liberigi)

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈvrɛi̯də(n)/
Hyphenationbe·vrij·den

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) bevrijd(ik) bevrijdde
(jij) bevrijdt(jij) bevrijdde
(hij) bevrijdt(hij) bevrijdde
(wij) bevrijden(wij) bevrijdden
(jullie) bevrijden(jullie) bevrijdden
(gij) bevrijdt(gij) bevrijddet
(zij) bevrijden(zij) bevrijdden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) bevrijde(dat ik) bevrijdde
(dat jij) bevrijde(dat jij) bevrijdde
(dat hij) bevrijde(dat hij) bevrijdde
(dat wij) bevrijden(dat wij) bevrijdden
(dat jullie) bevrijden(dat jullie) bevrijdden
(dat gij) bevrijdet(dat gij) bevrijddet
(dat zij) bevrijden(dat zij) bevrijdden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
bevrijdbevrijdt
Participles
Present participlePast participle
bevrijdend, bevrijdende(hebben) bevrijd

Usage samples

Hedenmiddag is het land bevrijd door de terugkomst van de geliefde president, Papa Kroko.
Deze zomer begonnen de Oekraïners met moderne Westerse wapens een groot tegenoffensief in het zuiden en inmiddels is daar zoveel terrein in de buurt bevrijd dat de stad zelf binnen het bereik is gekomen van Oekraïense artillerie.

Translations

Englishfree; liberate
Esperantoliberigi