Information about the word incorporeren (Dutch → Esperanto: enkorpigi)

Synonym: belichamen

Part of speechverb
Pronunciation/ɪŋkɔrpoˈrerə(n)/
Hyphenationin·cor·po·re·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) incorporeer(ik) incorporeerde
(jij) incorporeert(jij) incorporeerde
(hij) incorporeert(hij) incorporeerde
(wij) incorporeren(wij) incorporeerden
(jullie) incorporeren(jullie) incorporeerden
(gij) incorporeert(gij) incorporeerdet
(zij) incorporeren(zij) incorporeerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) incorporere(dat ik) incorporeerde
(dat jij) incorporere(dat jij) incorporeerde
(dat hij) incorporere(dat hij) incorporeerde
(dat wij) incorporeren(dat wij) incorporeerden
(dat jullie) incorporeren(dat jullie) incorporeerden
(dat gij) incorporeret(dat gij) incorporeerdet
(dat zij) incorporeren(dat zij) incorporeerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
incorporeerincorporeert
Participles
Present participlePast participle
incorporerend, incorporerende(hebben) geïncorporeerd

Translations

Englishembody
Esperantoenkorpigi
Germanverkörpern; einverleiben
Polishwcielić