Synonyms: elk, ieder, iedereen, een ieder, een iegelijk, elkeen
Part of speech | unknown part of speech |
---|
Hyphenation | Jan en al·le·man |
---|
Stel je voor dat hij uit pure boosaardigheid de hele zaak in zijn memoires heeft verteld, zodat Jan en alleman het lezen kan.
Stel je voor dat Jan en alleman zo maar dit prachtige land zouden kunnen binnenkomen.
„Ik bedoel”, legde de markies uit, „dat het me leed doet dat fraaie oude kastelen tegenwoordig door Jan en alleman bewoond worden.”