Information about the word neerkijken op (Dutch → Esperanto: rigardi malsupren)

Synonyms: naar beneden kijken, neerkijken, omlaagkijken

Part of speechverb

Usage samples

Hij dook in elkaar en keek neer op de straten van een stad.
Aan de ravijnrand hielden wij de paarden in en keken op de nederzetting neer, die ik mij groter had voorgesteld.
Hij keek op hem neer.