Dat de oude bewoners van het Nijldal ze onder de heilige dieren rekenden, kan men afleiden uit de beeldhouwwerken, waarop goden in de gedaante van apen of althans met aapachtige lichaamsdelen zijn voorgesteld.
Tweemaal dacht ik één enkel wit aapachtig wezen vrij vlug de heuvel te zien op rennen en bij de bouwvallen zag ik er drie die een donker lichaam droegen.
Zijn aapachtige gezicht vertrok zich tot een hoopvolle grijns bij de gedachte aan al de heerlijkheden die hij tijdens een verblijf aan de Rivièra verwachtte te zullen smaken.