Synonyms: uitdampen, evaporeren, vervliegen, vervluchtigen
Part of speech | verb |
---|
Pronunciation | /vərˈdɑmpə(n)/ |
---|
Hyphenation | ver·dam·pen |
---|
Conjugation
Indicative mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(hij) verdampt | (hij) verdampte |
(zij) verdampen | (zij) verdampten |
Subjunctive mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(dat hij) verdampe | (dat hij) verdampte |
(dat zij) verdampen | (dat zij) verdampten |
Participles |
---|
Present participle | Past participle |
---|
verdampend, verdampende | (zijn) verdampt |
Kunnen alle vloeistoffen verdampen, zoals dit met water het geval is?
Breng één druppel van de vloeistof op een stuk papier en laat de ether verdampen.