Synonyms: bekrachtigen, erkennen, staven, vormen
Part of speech | verb |
---|
Pronunciation | /bəˈvɛstəɣə(n)/ |
---|
Hyphenation | be·ves·ti·gen |
---|
Conjugation
Indicative mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(ik) bevestig | (ik) bevestigde |
(jij) bevestigt | (jij) bevestigde |
(hij) bevestigt | (hij) bevestigde |
(wij) bevestigen | (wij) bevestigden |
(jullie) bevestigen | (jullie) bevestigden |
(gij) bevestigt | (gij) bevestigdet |
(zij) bevestigen | (zij) bevestigden |
Subjunctive mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(dat ik) bevestige | (dat ik) bevestigde |
(dat jij) bevestige | (dat jij) bevestigde |
(dat hij) bevestige | (dat hij) bevestigde |
(dat wij) bevestigen | (dat wij) bevestigden |
(dat jullie) bevestigen | (dat jullie) bevestigden |
(dat gij) bevestiget | (dat gij) bevestigdet |
(dat zij) bevestigen | (dat zij) bevestigden |
Imperative mood |
---|
Singular/Plural | Plural |
---|
bevestig | bevestigt |
Participles |
---|
Present participle | Past participle |
---|
bevestigend, bevestigende | (hebben) bevestigd |
De foto’s zullen het kunnen bevestigen.
Iran heeft maandag bevestigd dat een Iraanse generaal is omgekomen bij de luchtaanval die Israël zondag uitvoerde op doelen in Syrië.
„Dat is juist”, bevestigde de griffier.
Die berichten kunnen nog niet worden bevestigd, maar de inname van de strategisch belangrijke stad Rostov leek in ieder geval zonder slag of stoot te verlopen.