Synonyms: aangaan, gelden voor, raken, gaan om
Part of speech | verb |
---|
Pronunciation | /bəˈtrɛfə(n)/ |
---|
Hyphenation | be·tref·fen |
---|
Conjugation
Indicative mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(hij) betreft | (hij) betrof |
(zij) betreffen | (zij) betroffen |
Subjunctive mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(dat hij) betreffe | (dat hij) betroffe |
(dat zij) betreffen | (dat zij) betroffen |
Participles |
---|
Present participle | Past participle |
---|
betreffend, betreffende | (hebben) betroffen |
Wat dat betreft, zal ik je niet teleurstellen.
Het is dan ook wat Davies betreft onzeker of de huidige regering de herfst wel haalt